Hoe weet je of je kat te dik is?
De volgende vragen kun je stellen:
• Zijn de ribben, wanneer je kat staat, met de vlakke hand goed te voelen? Ze mogen niet zichtbaar zijn, maar met lichte druk afzonderlijk voelbaar. Ook de ruggengraat moet voelbaar zijn.
• Is de taille goed zichtbaar? Van bovenaf zou je kat er uit moeten zien als een zandloper met taille en heupen.
• Heeft je kat een hangbuik?
• Beweegt je kat makkelijk?
• Kan je kat goed zijn eigen vacht verzorgen?
Risico’s van overgewicht bij je kat
Dat het voor een kat ongezond is om te dik te zijn, hoef ik je niet te vertellen. Maar wist je dat een kat met overgewicht gemiddeld 2,5 jaar minder lang leeft dan een kat zonder overgewicht? En dat 1 kilo overgewicht bij een kat gelijk staat aan 16 kilo bij een mens? Daarnaast kan het de kwaliteit van leven ook flink beïnvloeden, wanneer het de beweging in de weg zit.
Een kat met overgewicht heeft een verhoogd riciso op de volgende aandoeningen:
• Diabetes, ook wel suikerziekte genoemd: Suikerziekte ontstaat meestal doordat het hormoon insuline niet meer goed werkt als gevolg van overgewicht en/of te weinig beweging.
• Hartproblemen: Bij teveel gewicht moet het hart harder werken om alles op gang te houden. Op den duur kan dit voor hartproblemen zorgen.
• Blaasgruis- en andere problemen: Blaasgruis ontstaat door het uitplassen van grote hoeveelheden minerale zouten die de kat uitplast. Katten met overgewicht (door een teveel aan voeding) krijgen ook meer zout binnen. Ook van andere blaasproblemen is bekend dat het vaker voorkomt bij katten met overgewicht.
• Gewrichtsklachten: Overgewicht zorgt ervoor dat het kraakbeen sneller slijt en er dus artrose ontstaat. Het gevolg hiervan is pijn en er kunnen ontstekingen ontstaan. Je kunt je voorstellen dat dat als een kat ergens vanaf springt terwijl hij te veel gewicht bij zich draagt, dit geen goed doet aan de gewrichten. Vervolgens ontstaat er een vicieuze cirkel: door de gewrichtsklachten beweegt de kat minder, wat de kans op meer overgewicht groter maakt.
• Huid- en vachtproblemen: Bij overgewicht wordt het moeilijker voor een kat om zichzelf te wassen. Daarnaast heeft hij een teveel en/of tekort aan bepaalde voedingsstoffen, waardoor de huid heel vettig of juist heel droog kan worden.
Factoren die het gewicht beïnvloeden
Een kat kan natuurlijk, net als een mens, geleidelijk aan dikker worden. Er zijn meerdere factoren die hier aan bijdragen. Van lucht wordt de kat niet dik: van voer wel. Te veel of ongezond voer vergroot het risico op overgewicht. Ook lichaamsbeweging speelt hier een belangrijke rol in. Buitenkatten zijn vaak actiever, wat maakt dat binnenkatten sneller te dik worden. Het lastige is dat naarmate de kat zwaarder wordt, hij vaak ook luier wordt, wat het afvallen niet makkelijker maakt. Na de castratie of sterilisatie verandert de stofwisseling, wat betekent dat je kat een andere behoefte krijgt betreffende voeding. Na de operatie heeft een kat gemiddeld 20% minder calorieën nodig. Ook sommige rassen (zoals de Brits korthaar en Pers) hebben meer aanleg om overgewicht te krijgen. Als laatste kunnen ook bepaalde medicijnen zorgen voor een gewichtstoename.
Hoe kan ik mijn kat af laten vallen?
• Voer afwegen. Op de zak staat een indicatie hoeveel je kat mag. Kijk niet naar het huidige gewicht, maar naar wat je kat zou moeten wegen. Verdeel deze hoeveelheid over 3-4x daags.
• Meer bewegen. Je kan overwegen een tweede kat erbij te nemen. Een jongere huisgenoot zal het speelgedrag in je kat weer aanwakkeren.
• Een voederbal nemen. Je kat moet meer moeite doen en krijgt daardoor direct meer beweging. Daarnaast gaat het ook verveling tegen en is hij sneller verzadigd.
• Een rustig plekje om te eten. Zo voorkom je dat je kat het eten naar binnen schrokt, omdat hij voor zijn gevoel moet haasten. Een voerpuzzel of anti-schrokbak kan hier ook bij helpen.
• Regelmatige eettijden. Zeurt je kat deze hele dag om eten? Dan kan het helpen om op vaste tijden eten te geven.
• Voldoende ruimte om te bewegen en te klimmen. Wederom om verveling tegen te gaan en beweging te bevorderen.
• Geef geen tussendoortjes. Ook geen ‘menseneten’. Wil je je kat toch af en toe belonen? Dan is het aan te raden om gewone brokjes te geven, in plaats van snoepjes. Snoepjes bevatten over het algemeen meer suiker, zout en/of vet.
• Zet je kat op dieet. Eventueel in overleg met je dierenarts. Let op! Ga niet drastisch de hoeveelheid van het standaardvoer verminderen. Het kan zijn dat je kat dan te weinig voedingsstoffen binnen krijgt. Je kan dan beter speciaal dieetvoer geven.
• Regelmatig wegen. Blijf het gewicht monitoren. Je kat mag niet te snel afvallen, 1% per week van het gewicht af is genoeg.